SEHNSUCHT — cello and orchestra — 21th of June 2024

SEHNSUCHT — Fünf Stimmungsbildern nach Marie-Jo Lafontaine.

Für violoncello und Orchester

Wereldcreatie 21.06 2024 om 20:00 in Bozar, Brussel. LIVE op Radio Klara

Belgian National Orchestra o.l.v. Joshua Weilerstein, Yibai Shen, cello.

Op 21 juni komt mijn muziek in Bozar in Brussel aan de beurt, voor een uitverkochte zaal en rechtstreeks op Radio Klara. Voor mij althans een niet alledaagse gebeurtenis, en dan nog naar aanleiding van ‘la Fête de la musique’, een speciaal event waarop een heel heterogeen publiek op afkomt. Het leek me enigszins zinvol om de ‘aanloop’ naar zo een creatie ook eens te beschrijven vanuit het perspectief van de componist en zo een tipje van de sluier op te lichten wat het betekent om creatief te zijn in het domein van de compositie.  

Mijn gloednieuw celloconcerto ‘Sehnsucht’ duurt welgeteld 25’. In de muziekwereld is dat toch wel een respectabele lengte voor een concertant werk: je kan er in principe heel wat in kwijt, zowel als componist, als orkest of last but not least als solist. Voor een luisteraar die het voor de allereerste keer zou horen zijn die 25 minuten geheel anders: helemaal nog niet wetend wat er komen zal lijkt de tijd misschien wel sneller te gaan en dan is het weer zo voorbij. Heel vluchtig feitelijk maar wat blijft ervan hangen? Hoe neem je je publiek mee in het élan van een narratief met klanken? Met een oorworm? Hoe dikwijls heb ik die vraag al niet gesteld gekregen: ‘hoe doe je dat, componeren’. Een moeilijke vraag waarbij het antwoord steeds varieert naargelang de omstandigheden waarin de muziekstukken ontstaan, als je überhaupt wel een degelijk antwoord kan formuleren. In de aanloop naar deze uitvoering is het misschien eens de moeite om daarbij stil te staan. Componisten maken zeer veel notities, ook niet-muzikale, ik althans toch, notaboekjes, cahiers, dagboeken. Het brein staat niet stil en de aantekeningen groeien gestaag, het helpt om de chronologie der dingen terug te vatten of ingevingen te verankeren. Volgend jaar in 2025 word ik 65: ik werk daarom aan een autobiografisch boek, waarin het muzikale aspect de boventoon voert. Best wel confronterend. Maar waarom ook niet.

Ook voor dit project grijp ik terug naar nota’s, uit een dik groen boek van meer dan 180 pagina’s vol geschreven, het loopt vanaf 15 juli 2020, de coronatijd, tot zelfs, met bokkesprongen, 13.2.24.

Het Sehnsucht-project werd op 20 juli 2020, het begin van de coronaperiode, geïnitieerd met een invitatie voor een lunch in Elsene, in de Chalet de la Forêt, door een tot dan toe mij onbekende kunstverzamelaar en muziekliefhebber. Ik kwam bij hem blijkbaar in het vizier na zijn beluistering van mijn Symphony of Trees van 2017, een beklijvend oratorium dat de Derde Slag van Passchendaele in Ieper 1917 herdacht aan de hand van teksten door de Engelse soldaat-dichter-componist Ivor Gurney. 10 koren, 2 kinderkoren, 2 solisten, orgel en orkest kwamen eraan te pas. Een vierhonderdtal uitvoerders. Een historische uitvoering werd mij gezegd. Het werd op CD vastgelegd bij het label PHAEDRA. Hernemingen werden gepland maar vielen helaas tweemaal in het water, eerst door de coronacrisis en daarna door de financiële impact van de energiecrisis. Maar de muziek is er.

Tijdens de lunch werd de context van het project geschetst: de adoratie voor zijn moeder die een groot muziekliefhebster was en de beste festivals in de wereld bezocht, zijn stichting die in samenwerking met de Koning Boudewijn Stichting bij videokunstenares Marie-Jo Lafontaine vijf grote fotopanelen had besteld ter nagedachtenis van zijn moeder. En daarbij kwam het idee: analoog zoals bij de Schilderijententoonstelling van Moessorgski, door het verbinden van twee kunstdisciplines, mij ook te laten inspireren op dit werk van Marie-Jo. Aanvankelijk dacht hij aan een kamermuziekbezetting, ikzelf dacht bijna onmiddellijk aan een vijfdelig concept voor een werk voor cello en orkest, een genre waarvan ik allang droomde het ooit mogen te beoefenen. Riskant, want we hadden geen orkestinstelling als opdrachtgever. Maar alleszins zou met dit soort palet muzikaal een groter statement kunnen gemaakt worden dan met een intiemer werk. Maar ik droomde al heel lang over een eigen celloconcerto en misschien was dit wel de trigger om het creatieve proces in gang te steken. Ik stelde voor om dit project als dusdanig voor te leggen aan de intendanten van onze grote orkesten om te zien hoe dat men daarop zou reageren, en mijn mecenas was dit idee zeker niet ongunstig gezind.

Groot was mijn verbazing, ik lees het hier net terug in mijn notities van 21 juli 2020, dat ik de dag nadien, op de Nationale Feestdag nota bene van alle drie de intendanten van de grote orkesten, Belgian National Orchestra, Antwerp Symphonic Orchestra, Brussels Philharmonic onmiddellijk een antwoord terugkrijg dat men geïnteresseerd is om deze creatie te brengen. Geen noot stond vooralsnog op papier! Maar stimulerend en opwindend was het zeker! Alledrie de orkesten hadden wel natuurlijk al werk van mij gespeeld, maar toch: in verloftijd zo snel een reactie krijgen was des te meer een signaal dat dit project qua concept een voltreffer zou kunnen worden.

Sindsdien groeide een gestage regelmatige correspondentie met mijn mecenas die in zijn werk ook vooral interrelationele projecten tracht te realiseren op internationaal vlak en daarom zijn voorkeur uitsprak voor het Belgian National Orchestra, het nationaal instituut dat alle landsdelen met elkaar verbindt. Na die memorabele lunch ben ik trouwens, het was een hete zomerdag, te voet gewandeld naar de villa van componist Frédéric Devreese en zijn vrouw Annie. Ik kon toen niet vermoeden dat Freddy enkele weken later er niet meer zou zijn: of misschien wel, hij zag er zo breekbaar uit, ik kon hem nauwelijks nog verstaan, Annie had me verwittigd dat het niet goed met hem ging, maar ik was ervan aangedaan en dankbaar dat ik hem nog even kon de hand schudden en wij trachten wat te converseren. 

Het Sehnsucht-zaadje was dus geplant, maar zoals altijd gaat daar veel incubatietijd over. Nu reeds vier jaar geleden en nog steeds weerklinkt het werk niet. Ik lees in mijn notities dat ik in de coronatijd mij fulltime geworpen had op het digitaliseren van mijn oeuvre, in dat jaar had ik maar liefst 5000 pagina’s voor uitgave gelay-out en tussendoor nog muziek geschreven! Morgen wat meer over de eerste aanzetten van Sehnsucht. Die titel kwam trouwens van Marie-Jo. Maar ik hou ervan. Het is suggestief.

Met de eerste nota die over het Sehnsucht-project verschijnt maak ik al direct een sprong in de tijd: ik vind in mijn nota’s op dinsdag 25.08.’20 terug dat ik net de volledige score mét opname heb beluisterd van het tweede, niet eerste celloconcerto van Sjostakovitch.  Met Sol Gabetta als soliste, op YouTube te zien en beluisteren. Vooronderzoek heet dat. Interessant. Een korte evaluatie volgt: “(…) de orkestbehandeling is sober. Veel lage strijkers. Pizzicati. Veel octaven in hout met contrafagot. Alleen slagwerk met cello. Geen enkele tremolo in heel dat donker stuk. Nauwelijks divisi. Geen trompetten! Hoofdzakelijk melodische en ritmische behandeling van de solopartij. Toch geslaagd, je hoort wel altijd de echo van N°1 maar zeker de moeite.”

Ik lees op zondag 30.8.2020 het volgende: “Ik blader wat in H.Schoenbergs ‘Life of the great composers’. Een constante daarin is toch ontegensprekelijk de onverbiddelijke werklust of gigantische tijdsinvestering die componisten (moeten) steken in hun werk.” Men staat daar niet bij stil. Mahler beklemtoonde dat nog meer dat hij enkel nog werkte en al de rest vergeten was. Mensen beseffen niet hoe arbeidsintensief die abstracte kunst is, zelfs nu nog met de computer als hulp- en controlemiddel.” (…)”Ik hoop met het nieuwe celloconcerto daar een statement te maken. Sjostakovitch zijn tweede concerto heeft een integriteit qua uitdrukking bv. wat maakt dat zijn bijna amuzikaal materiaal toch een draagkracht krijgt die de luisteraart raakt en ontroert. Integriteit en diepgang vanuit de klankenwereld. Dat heeft zin, zeker in deze belachelijke coronatijden. Het maakt me opstandig.”

Intussen ben ik met andere projecten bezig, Le Bestiaire voor het Roeland Hendrickx Ensemble bijvoorbeeld, het lay-outen van uitgaven.

Ma.14/9/20 Twee weken verder. Ik lees dat ik de 15de een afspraak heb met Hans Waege van het Belgian National Orchestra. Voor het celloconcerto. “We zien wel”. Mijn notities daarna maken er verder geen gewag van. Ik herinner me nochtans dat hij onder de indruk was en dat er concreet werd gesproken over mogelijke cellisten. En een uitvoeringstermijn. Maandag 28.9 lees ik dat ik die week ook een ontmoeting heb gehad met mijn mecenas samen met Marie-Jo Lafontaine in Brussel, een zeer erudiete dame trouwens.   Als resultaat van het gesprek met Hans Waege ben ik diezelfde zondag al terug in Bozar, omdat Viktor Julien Laferrière daar Schumann komt spelen met het BNO. Ze hadden hem initieel in gedachten voor mijn concerto en wilde mijn indruk daarover weten. Prachtig vertolkt trouwens toen. Heerlijk concerto.

En inderdaad, ik noteer dat Freddy (Devreese) er niet meer is. 91. Hij zag er zo breekbaar uit in juni…zucht. Warme herinneringen aan onze ontmoetingen. Mijn conclusie? “Ik moet me haasten. Alles klaarmaken vooraleer het mijn beurt is. Life is too short. Zucht!!!” Heuse coronagedachten. Ik noteer ook “Naar ‘Urlicht’ uit Mahler 2 geluisterd. Dat moet in deel 5 van Sehnsucht komen. Sowieso.” Mahler 2 was het laatste concert dat Germaine Lijnen, de moeder van de mecenas life had meegemaakt, vandaar. Uiteindelijk wordt Urlicht deel 4 van het concerto.

Enkele notities die aangeven hoe stilaan het project mezelf meer en meer bezighoudt.

Vrijdag 9.10.2020: “Vanmorgen de cellosonate van Britten beluisterd en bekeken, interessant. Een consequente duidelijke componist. Zoals mezelf. Allez, aan het werk”.

Zondag 11 oktober. Besmettingen lopen op. Ik ga niet naar Leuven zo. Mijn hoornkwintet is inmiddels klaar. Woensdag meeting met mijn mecenas.

Za.2.11.2020. (…) 7-9/12 mag ik naar Galerij Lempertz om hopelijk geïnteresseerd, neen, geïnspireerd te geraken door de werken van M.J.Lafontaine. — Ik had aangegeven dat het zien van de kunstwerken toch wel essentieel zou zijn, dat een kleine foto niet zou volstaan, vandaar dat voor die gelegenheid de werken privé tijdelijk voor mij werden tentoongesteld om ‘in de stemming’ te geraken.

5.12 (…) Benieuwd wat de dagen bij Lempertz gaan geven. Ik hoop alleen maar. In de materie kruipen is zalig, een zegen? 

7.12 (…) Vandaag alles gereedzetten voor 2 dagen Brussel morgen. Fingers crossed. All set. Geen garantie. Morgen is het zover. Geen idee. Laat het maar gebeuren. Je weet nooit. (…) Het was koud daar. Morgen terug. Maar niet zo vroeg. Het zal tijd vragen.

9.12 Terug van Brussel. Lafontaine is met mijn mecenas ook komen zien. Fotografie is toch heel anders dan compositie. Wat ik vandaag heb ik opgeschreven bij Lempertz lijkt op niets te trekken. Geduld. Ik moet er terug in geraken.

11.12 6:00. Voor een filmopname moet ik terug naar Brussel. Ik heb al veel gehoord in mijne kop. Sehnsucht. Fünf Stimmungsbildern nach M.J.Lafontaine. Frühlingsstimmen. Liebe? Schicksal. Urlicht. Latanei? De geest rust niet.

Achteraf gezien waren die dagen in Brussel een keerpunt in het proces, het zet alles onbewust in beweging. Inspiratie kan je zeker niet forceren en werkt meestal indirect. Ook hier was het niet zo dat de vlagen muziek binnenstroomden bij een eerste blik in die grote ruimte op de kunstwerken maar het had zeker impact.

7/1/21. De sessies voor de studenten zijn bijna klaar (coronatijd!). Altijd meer tijd dan je denkt maar binnenkort alle tijd en ruimte om te componeren.

Zo.10.1.21 Verlost van de lezingen over orkestratie. Dag 2 van componeren. Het gaat langzaam, maar het gaat.

Ma.11.1.21 (…14:00) Ik heb de meest aangrijpende muziek ooit van mijn hele leven geschreven. Ik heb gebleten als een klein kind, wanhopig gehuild om de muziek, de buisklokken die maken dat heel die strijkerssectie je bij de keel grijpt. Ik moest stoppen, ik kon het niet meer aan. Ben nog aan het bekomen. Muziek als uitlaatklep van de eigen zielenklacht. Man man man. Wat was me dat.

di.12/11 Bewust niet verder gewerkt aan het slot. Maar wel weer 3’21” voor het openingsdeel. Overgangen maken de muziek. Steekt ook veel tijd in. (…) persoonlijke emoties moeten niet noodzakelijk samengaan met de emoties die de muziek uitdrukken. Gisteren was dat uitzonderlijkgewijs wel het geval. De doodsklokken, de ondraaglijke spanning, het lijden van verlies van een dierbare, het was tastbaar. Het zit in die muziek. (…) Vandaag draaglijker. De muziek bruist van energie. Bizar. Alle dagen zijn nu hetzelfde. Niemand. Niets. Geen gehoor of gezicht. Mezelf. Mijn klankwereld. Dat blijft nu over.

13.1.21 Vanmorgen rond 09:00 begonnen. Uiteindelijk gestopt rond 14:30. Non-stop gewerkt aan paneel 1 van MJLF. De mineur-sectie waarin ik de muzikale initialen van de moeder (EGDA) de cellopartij stuur is verdomd moeilijk qua  juiste timing, de pizzicato akkoordwisselingen. Ik ben er nog niet helemaal uit maar heb vooruitgang geboekt. Ook nog aan de solopartij gesleuteld bij de aanloop van het hoofdthema, dat ritmisch geconnecteerd is met 2 en 4 witte blokjes in het kleedpatroon van het eerste paneel. Op die paar dagen tijd goed gewerkt. Als alles vrij is in het hoofd ben ik in mijn sas. Er zit veel potentieel in dit werk. Het moet. Het moet een hebbeding zijn die elke cellist ooit wil gespeeld hebben. Blijven gaan. Het hoogste niveau mogelijk. (…) Eenzaamheid wordt draaglijk als ik mij 100% focus op mijn componeren. Dat is zo intens dat je alles vergeet. Eigen een fantastische verslavende bezigheid.

14.1 Paneel 1 helemaal klaar in compositie. 5m37sec. Onvoorstelbaar.

16.1 denk ik? Zaterdag. Bijna elke dag non-stop 6u doorwerken aan Sehnsucht. Nu al op 5 dagen tijd 11 (!) minuten geschreven. Zo vliegt de tijd. Ik kook dan meestal pas rond 16:00. Het sneeuwt. Ik ben content, want terug creatief.  De taal is conventioneel en dat maakt het zo moeilijk. Het verdraagt in die grammatica geen misstappen; soms slaat de twijfel wel bij me toe. Is dit niet té mooi? Bestaat het al? Time will tell. Maar het creatief proces gomt elk tijdsbesef weg. Gelukkig maar.

17.1 Het gaat te snel. Ik begin opnieuw voor deel 2, denk ik. Het is té voor de hand liggend. Even laten rusten. Ook de dissonanten in deel 5 liggen niet zoals ik wil. 2de versie uittesten. Deel 1 is ok. Ik kan dat beter afwerken als het niet meer gaat. Even afstand nemen en mezelf niet vastrijden. (…) 9,5 km gewandeld met Lieven (Debrabandere, beeldhouwer). 2,5 u. Eigenlijk handig dat hij ook therapeut is geweest. Daarna heb ik het laatste deel hernomen. Door een paar kleine beslissingen is het opeens af. Klaar. Met een extatisch einde. 6’ verlossing. Straf. Een van de meest aangrijpende blz. die ik ooit heb geschreven. Mijn pijn en verdriet zitten er helemaal in. Begin en einde zijn er nu. 11’. Nu kan ik van daaruit verder werken. Ik ben tevreden. Ik kan het (nog). Rusten nu.

Uit deze notities blijkt eens temeer dat een werk verbrokkeld kan ontstaan: niet noodzakelijk vanaf het begin tot het einde. Dat komt ook dikwijls omdat je bepaalde ‘plaatsen’ in het narratief duidelijker ‘ziet’ dan andere, en geleidelijkaan kristalliseert zich dat in tastbare muziek.

Vrijdag 22.1.21 (…) Ik ga deel 2 en 3 opnieuw proberen maar met ander materiaal. Ook 4 moet er anders uitzien.  Het meest dramatisch moet eind 3 komen en de ‘shock’ in 4. En dan misschien op het einde pas het citaat Urlicht. Als overgang naar 5.

Ma.25.1 (…)Ik zit nu rond 2’ van paneel 3 Leidenschaft. De akkoordprogressies waren heel moeilijk. Gisteren een hele tijd op gezwoegd maar als het eenmaal zit klinkt het fantastisch. Terwijl er overal meer en meer rellen komen tegen corona componeer ik nu elke dag in stilte en afzondering alsof er niets aan de hand is. Een oase. Hoe lang nog. Dat gaat ontsporen.

Woe. 27.1 (…) Muze kan je niet dwingen. Ik heb toch drie geweldige minuten kunnen maken voor paneel 3. Maar de ene dag is de andere niet. Dat moet je aanvaarden. Ik sta al ver op zo een korte tijd. Niet elk idee is levensvatbaar. Zelfs niet met mijn ‘gereedschapskist’. Ik ben moe. [de term ‘gereedschapskist’ heb ik van mijn Nederlandse collega en componist Daan Manneke, die daarmee wil aangeven dat je naarmate je verder ontwikkelt als componist meer tools hebt om je materialen te kneden en manipuleren]

Za.30.1 Heel veel gewandeld gisteren. Koolskampwandeling. De wandelpaden waren deels overstroomd. Als ik alleen wandel merk ik dat de stevige voetencadans mijn brein activeert en ik eigenlijk verder brodeer op waar ik voordien gestopt ben met schrijven. Onvoorstelbaar. Zowel paneel 2 als 3 opnieuw begonnen. 2 met heel veel moeite de juiste ‘toon’ gevonden, en daarnet door even op het klavier te spelen heb ik juist het heerlijke liefdesthema gevonden. Eenvoud, maar uit het hart. En het derde deel krijgt vorm. Heel lastig, maar het valt op zijn pootjes. Ik heb nu ongeveer 17’ gecomponeerd in ruwe orkestratie. Dankbaar, wat een prachtig stuk wordt dat.

Ma.1/2/21 9:00 Gisteren de ganse dag aan Liebestraum gewerkt. Klaar om 22:00. Romantiek ten top. Waar elke cellist en luisteraar zich in wil verdrinken. Topper. Vandaag paar details verbeteren, het derde paneel verder zetten. Ik zit al aan een ongelooflijke 21’ op één maand tijd. Straf. Dat vind ik zelf ook. Wat corona allemaal niet biedt. (…) Vandaag toch weer toch 13:01 details zitten verbeteren. Het wordt Liesbeswaltzer. Een trage liefdeswals. Morgenrot is ook niet goed als titel. Dan dacht ik aan Frühlingserwachen. Blijkbaar een naam voor een Duits offenseif in WO2, dus ook weer afgevoerd. Frühlingsstimmen refereert dan weer teveel naar Johann Strauss jr. Ik denk dat het Erwachen wordt. LiebesWaltz-Leidenschaft-Urlicht-Schicksal. Ja, Mahler2 als overgang naar V. […de subtitels moesten in het Duits vond ik, aangezien MJLF voor een Duitse hoofdtitel had gekozen]

Woe.3.2/21 Regenachtig. Veel zal er niet gewandeld worden. (…) Gisteren heb ik N°3 afgemaakt. Het einde ervan betekende ook onmiddellijk het begin van 4. Alles moet in elkaar overgaan.

Do.4.2/21 Gisterenavond de hele compositie klaar. Ongelooflijk. Vandaag strandwandeling gedaan. Het kan wat rustiger nu.

Zo.7.2/21  Sneeuw. Niet leuk. Ben aan ’t editen. Sehnsucht. Ik zit al in deel 3. 100 pp. Score. Het gaat vooruit.

Di.9.2/21  Eerste 100 pp. Bijna klaar. Onwezenlijk stil door sneeuw een aanhoudende vrieskou.

Za.20/2/21  (…) eerste 100 pp. zijn klaar van Sehnsucht. Eerste drie delen.

Zo.21/2/21  Sehnsucht is helemaal af in score. Onvoorstelbaar! 118 pp. Nu nog partijen maken en een reductie voor piano.

Ma.22/2/21  Vandaag begin ik aan de pianoreductie van Sehnsucht. (…) eerste deel klaar.

Di.23/2/21  Tweede deel.

Za.27/2/21  Deel 3 reductie klaar.

Zo.28/2/21 Reductie klaar, solopartij klaar. Alles gereedzetten voor het orkestmateriaal. Het gaat vooruit.

Ma.29/2/21  (…) Heel de dag nog geprutst aan deel 4. Het zit nu pas goed: moet alles terug aanpassen. Timing, timing!  

Zo.7/3/2021 Voortdurend aan Sehnsucht bezig. Score, reductie klaar. Partijen. Gisteren fluit, piccolo, hobo’s.

Di.9/3/2021 Gisteren heb ik ook 5 grote A2 bladen met de hand uitgeschreven en overgeschreven uit Sehnsucht. Als geschenk voor mijn opdrachtgever, hij was zo geëmotioneerd door mijn nieuwe werk!

Woe.10/3/2021 Heel de houtblazerspartijen zijn klaar. Koper vandaag.

Do.11/3/2021 Gisteren volledig koper gedaan en de eerste vioolpartij.

Zo.14/3/2021 Ik moet nog enkel slagwerk doen. Sehnsucht klaar. Lichte stress. Keep calm.

Ma.15/3/2021 (…) Materiaal bijna klaar van Sehnsucht.

Dan valt de referentie ernaar helemaal stil. Ergens nog een nota dat de creatie gepland wordt op 21.10.2023. Door de corona verschuiven alle data. Uiteindelijk wordt die datum ook verworpen omdat de dirigent van dienst het celloconcerto van Shostakovitch per se op zijn programma wilde. En zo zijn we bijna drie jaar later.

Doordat er veel tijd is gegaan tussen de realisatie en de programmering heb ik op regelmatige tijdstippen het werk terug bekeken en vooral, gecontroleerd. En dan in het bijzonder de orkestpartijen: het is cruciaal dat een orkestmateriaal zo vlekkeloos mogelijk is, omdat de repeteertijd beperkt is en zo efficient mogelijk moet verlopen, m.a.w. zou er geen tijd mogen verloren worden aan correcties in het materiaal tijdens het spelen. Dat maakt uiteindelijk dat ik tot driemaal toe het orkestmateriaal heb geredigieerd op verschillende tijdstippen en pas onlangs heeft de bibliothecaris van het orkest de partijen uitgedrukt. Dat gebeurt steeds tijdig op voorhand zodat de concertmeester tijd krijgt om de boogstreken te plaatsen van alle strijkerspartijen. Meestal zijn het kleine details die over het hoofd gezien werden. De meest voorkomende zijn bv. Bij de strijkers de aanduiding pizzicato, getokkeld spelen en daarna terug arco spelen, gestreken. Het gebeurt wel eens bij pagainindelingen dat de ‘arco’ vergeten wordt. Tegenwoordig is het daardoor een enorme hulp om met klankbibliotheken de orkestpartituur te laten afspelen op de computer, waarbij je het ganse orkest ‘hoort’ en dan komen zo euvels sneller naar boven. Ik las ergens dat er bij de lezing van Le Sacre van Stravinsky ook meer dan 200 fouten waren gevonden. Bij een tweede ‘screening’ merkte ik zelfs dat een paar blz. ontbraken bij de hobopartijen, maar dat is weer rechtgezet. Ook een cruciale mi bémol bij de tweede violen moest ergens eigenlijk een mi hersteld zijn in het derde deel, op die plaats cruciaal omdat het akkoord majeur was en niet mineur. Het sluipt er altijd wel ergens in.

Nu hou ik mijn hart vast maar denk dat het materiaal up to date is.

Onlangs kreeg ik dan een mail via het agentschap van de dirigent van dienst, Joshua Weilerstein, met een gebruikelijke lijst vraagjes. In dit geval ging het meestal over de dynamiek die niet overal genoteerd wa in sommige partijen, omdat ik ervan uitging dat het op die plaatsen niet noodzakelijk was. Ook ergens bij de plaatsing van een orgelpunt, een fermate bij de altviolen rees de vraag of dit correct was: ja, omdat het akkoord daar dus ‘uiteenvalt’ en niet iedereen op hetzelfde ogenblik stopt. Reeds enkele weken werd mij het repetitieschema meegedeeld. Ook dit lijkt voor een lekenpubliek ondenkbaar hoe het kan dat een orkest op slechts enkele dagen tijd een compleet nieuw en meestal moeilijk programma in elkaar steekt en op topniveau professioneel brengt. Ik lees dat de eerste repetitie van mijn concerto woensdag, dus morgen pas zal plaatsvinden. Dinsdag wordt er Beethoven en Ligeti gerepeteerd. Een dienst duurt in totaal drie uur en half, pauze inbegrepen. Dat betekent dat voor mijn concerto waarschijnlijk maar maximum 60 minuten wordt voorzien, wetende dat het 25 minuten duurt. Dat impliceert wel dat alle partijen op voorhand voorbereid en gekend zijn door de orkestmusici en de dirigent onmiddellijk kan werken op interpretatie, balans, samenspel met de solist. Of ik op voorhand iets ga horen van de solist is voor mij een vraagteken. Het zou fijn zijn indien het gebeurde, maar heel dikwijls is dat ook niet geval. Spannend allemaal. Voor mij vooral de eerste keer dat het live zal klinken en gespeeld worden, vooral omwille van de controle van de materialen. Klopt alles, zijn er geen foutjes, werkt het geheel. Over de orkestratie zelf maak ik me meestal geen zorgen. Door de simulaties op computer zit die klank al in mijn oren en benadert het erg de realiteit, zij het dat een live orkest duizendmaal mooier klankt dan gesampelde opnamen. Woensdag vindt de repetitie in Sint Pieters Woluwe plaats, omdat men aan het verbouwen is in Bozar en hun repetitieruimte niet vrij is. Donderdag wordt Sehnsucht in Bozar gerepeteerd.