ZESX11 QUINTET saxophone and string quartet (full set)

ZESX11 QUINTET saxophone and string quartet (full set)

Regular price
€84,80
Sale price
€84,80
Regular price
Sold out
Unit price
per 
Tax included. Shipping calculated at checkout.

Originally composed for clarinet, Swerts revised the quintet for alto saxophone and string quartet. It is a large chamber music piece of 30' with five movements, consisting of a Serenata, Notturno, a light Scherzo, a melancholic Elegia and finally a Rondo.

Full set, score and separate parts.

CD-REVIEWS Clarinet Version

Hubert Culot  (…) In writing his Clarinet Quintet, Swerts wanted to compose a more lyrical work than his somewhat earlier Clarinet Concerto (1997). The quintet is thus devised as a suite in five contrasted movements of which the fifth (Rondo) was written first. The fourth (Elegia) is more substantial and, again, the emotional core of the piece. The Clarinet Quintet is lighter in mood than the Second String Quartet and does not exclude humour, as in the Scherzo that clearly alludes to Johann Strauss. The opening Serenata is "cinematic, sometimes desolate, sometimes acrimonious like Shostakovich". The music often has bittersweet overtones. The following Notturno is a beautiful, tranquil reverie. As already mentioned, the whimsical Scherzo alludes to waltz rhythms and briefly quotes Johann Strauss; echoes here of grotesque scherzos à la Shostakovich. The Elegia is in complete contrast; and, like the earlier Notturno, is another fine example of Swerts’ natural lyricism, although the Elegia is tenser and more desolate. The accumulated tension is finally released in the high spirits of the concluding, virtuosic and brilliant Rondo. Both pieces receive polished and dedicated performances. The young ladies of the Tempera Quartet support Roeland Hendrikx’s immaculate playing with aplomb and conviction, whereas the Spiegel Quartet obviously have the full measure of the emotionally complex Second String Quartet. Wholeheartedly recommended.

Piet Swerts La sagesse de l’artisan par Pierre-Jean Tribot (03/01/2006)

Piet Swerts (né en 1960) : Quintette avec clarinette, Quatuor à cordes n°2. Avec: Roeland Hendrikx, clarinette, Tempera String Quartet et Spiegel String Quartet. 1 CD Phaedra DDD 92045. Enregistré en février 2003 et mai 2005. Livret de présentation en néerlandais, anglais, français et allemand. Durée : 62’36

Le label belge Phaedra s’efforce de faire connaître les compositeurs de la région flamande à travers la collection In Flanders Field. Cette entreprise, bien courageuse dans un marché discographique toujours délicat à appréhender, connaît ici son quarante-cinquième volume. Ce disque est exclusivement consacré au compositeur, chef d’orchestre et pédagogue Piet Swerts, à travers des œuvres autour du quatuor à cordes.

Formé à l’institut Lemmens de Leuven et bardé de nombreuses récompenses à l’image des prix Baron Flor Peeters (1984), Camille Huysmans (1986), Prix de la Province de Brabant (1992), l’artiste n’hésite pas à parcourir les différentes formes musicales de l’opéra (Ajas, 1986 et Les Liaisons dangereuses, 1996) à la symphonie en passant par la musique de chambre et la musique chorale. Farouchement indépendant de toute école, son art additionne une solide structure à une recherche substantielle sur l’expressivité. Les tenants d’une musique contemporaine d’avant-garde devront passer leur chemin devant ce créateur à l’esthétique simple et directe, mais l’auditeur saura apprécier une musique généreuse, dont la maîtrise de l’écriture pourrait donner des leçons à d’autres compositeurs plus établis.

La composition du Quatuor à cordes n°2 (1998) suit de peu celle de l’opéra Les Liaisons Dangereuses dont l’écriture fut particulièrement tumultueuse. L’essentiel des éléments de cette œuvre est le produit de réactions émotionnelles du créateur suite à l’écriture de son opéra. D’une tension interne qui n’est pas sans évoquer la violence des partitions de Chostakovitch de Bartòk, cette partition séduit d’emblée, d’autant plus que l’interprétation du quatuor belge Spiegel est d’une grande perfection. Composé en 2001, le Quintette avec clarinette alterne des mouvements lents, contemplatifs et des mouvements rapides chatoyants. Le premier évoque encore la noirceur et le ton sarcastique de Chostakovitch tandis que le virevoltant scherzo cite expressément Johann Strauss. La science de l’instrumentation du compositeur lui permet d’allier avec un grand talent la clarinette au quatuor à cordes. Les jeunes musiciennes du quatuor finlandais Tempera et le clarinettiste belge Rœland Hendrikx donnent le maximum pour rendre toutes les facettes de cette musique infiniment séduisante.

NOTE OF THE COMPOSER (dutch)

Dat een compositie dikwijls bij mij een reflectie kan zijn op een eerder gepleegde ‘poging’ in het genre, kan ook gezegd worden van het klarinetkwintet. Daaraan voorafgaand had ik al een klarinetconcerto gecomponeerd, met als begeleiding strijkers, slagwerk, piano en harp. Ik vond zelf achteraf dat het concerto nog meer lyrische inslag kon hebben, en dat gevoel werd uitgewerkt in het kwintet, temeer de keuze voor een La klarinet met haar meer ronde toonvorming hierin zeker een rol heeft gespeeld.

Het procédé bij langere werken om eerst met het hoofdbestanddeel aan te vangen, is in beide werken aanwezig : zowel bij het strijkkwartet als bij het klarinetkwintet heb ik eerst de finale gecomponeerd. Van daaruit is het veel gemakkelijker om een overzicht te behouden waarnaar een compositie van langere duur (ca.een 30’) zich moet richten.

De chronologische volgorde van componeren bij het klarinetkwintet  was 5,4,3,1,2, bij het strijkkwartet 4,3,2,1b,1a.

De keuze van het karakter in de delen waren een antwoord op het substantiële karakter van de finales: een traag deel dat contemplatief moest overkomen voor een finale, in het strijkkwartet zeer donker en somber van kleur, in de elegia in het klarinetkwintet  zeer esoterisch, de lichtheid van de scherzi, met een bewust citaat naar J.Strauss in het klarinetkwintet, het filmische van het begin in het klarinetkwintet, met hier en daar het desolate, maar soms ook bitsige karakter van een Sjostakovitch, het oneindig idee van de tijdeloze bas pizzicato als een vervorming van de Aria van de derde suite van Bach, genoteerd in drie in een onwezenlijke vijf vierde maat, elke compositie op zich heeft dat duidelijke eenheidsgevoel. Het ene deel kan niet zonder het andere, omdat er een muzikaal inhoudelijk verband is.

Tom Verhaegen schreef een gedichtenbundel in december 2007 naar aanleiding van de CD:

Serenata

Ik ging ondergronds en zong.
Uilenkreten vielen ijl op 
het gerooide pad. Maar jouw beeld
bleef ik teder verdedigen.

Aan onze rand brak een wereld in:
een vlindertuin, een zilverblauw motief,
een deinende zee, die weet,
die wist, onze namen uitwist.

Ik klim de straat op
als een reuzin, in mijn oor
een verre echo van een hoorn,
een gesmoorde triomf, een verdronken held.

Notturno

In het struikgewas van zijn dromen
doolt je minnaar in een pas
van twee. Elke plek van zijn stad
een gat in zijn binnenzak.

Noem het middernacht.
Dit is tijd die liefde wil
en krijgt, een pijl, een pil
van hier naar de eeuwigheid
en terug.

Van deze coupure zal jij niets
merken in de aura’s op de ruiten,
door stoom. En hij zal het spoor
naar jou, nachtstuk, bijster zijn.

Scherzo

Dezelfde dans nog eens
overdoen, een valse wals
op een macaber bal.
Muze, waar was je kracht?

Anderen rondom verborgen nu niet,
vertelden later niet van
schichtige blikken, van schuld.
Wie had het geduld?

Als je dit nu niet toegeeft, die
woordeloze paradijzen van
lucht en snaren, waarom:
je lieve redding maakt mensen ziek?

Elegia

Donker omhult op slag weer
de plas. Wind is gaan liggen.
Golfjes en gras geven nog geluid
van druppelend water.

Hier waadden toen kraanvogels.
Hun nachtelijke roep een hunker
naar dit verdronken land, in haast
pijnlijke herhaling: zullen wij blijven? Blijven?

In mijn gehoor vallen nu
alle lagen samen, bedekken
vochtige lakens het jonge, blinde 
litteken in mijn benauwde borst.

Finale: Rondo

En taal zal geen domein hebben.
Haar aanspraak op alles
is frivool en fataal. Liever
zei ze nog iets dan niets.

En taal zal geen domein hebben.
Haar dreiging is demonisch
als de dood. Het laatste
masker moet af.

En toch. De bres moet gedicht,
voor pijn en wonder worden gezwicht.
Maar taal mag geen domein
meer hebben.

Tom Verhaegen: "Deze gedichten zijn een literaire interpretatie van het klarinetkwintet van Piet Swerts (°1960), zoals uitgevoerd door het Tempera String Quartet en Roeland Hendrikx op klarinet, en opgenomen door het Phaedra-label.
De compositie uit 2001 heeft vijf hechte, erg lyrische delen, die bij mij evenzeer een cyclus vormen. De gedichten zijn heel intertekstueel van inslag. Niet alleen zijn er talloze ver-wijzingen naar het werk van dichters en schrijvers, maar ook naar muziek. Bij Jean Sibelius bijvoorbeeld roept de klarinet wel vaker een kraanvogel op en Leos Janacek evoceerde de naargeestige roep van een nachtuil in ‘Op een overgroeid pad’. Ik ben de componist Piet Swerts heel erkentelijk voor dit heel persoonlijk en gevoelig werk."